Nieuws over de beroepsbinnenvisserij

22 januari 2015

Aanscherping regeling Gebruik Beroepsvistuigen

Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanpassing van de regeling 'Gebruik van grote vistuigen op de binnenwateren'. Er komt een scherpere regeling van wie beroepsvistuigen mag gebruiken. En de administratieve lasten voor beroepsvissers worden verlicht. Aanleiding voor de aanpassing is een evaluatie van de regeling in 2013.


Om het risico op intensieve bevissing met beroepsvistuigen te verminderen, worden de eisen voor het gebruik van deze vistuigen aangescherpt. Voor visserijbedrijven of coöperaties gaat gelden dat ten hoogste drie natuurlijke personen namens hen mogen vissen op grond van de reeds geldende regels voor het vissen met beroepsvistuigen. Voor elke 83 hectare waarover zij naast de minimaal vereiste 250 hectare beschikken, mag daaraan één natuurlijke persoon worden toegevoegd.

Het visserijbedrijf of de coöperatie moet bij het ministerie melden welke personen steeds per kwartaal dat jaar mogen vissen. Dit deel van de regeling gaat in per 1 januari 2017.

De hoge administratieve lasten voor beroepsvissers worden verlicht nu voortaan een groep van minimaal tien visserijbedrijven een gezamenlijk accountantsrapport kan laten opstellen. De gegevens worden gecontroleerd bij minstens 25 procent van degenen die een melding doen. Het rapport dient eens in de drie jaar te worden ingeleverd bij het ministerie van Economische Zaken.

Beperkingen sinds 2008

visstandbemonstering op volkerak-zoommeer

De beperkingen voor het gebruik van beroepsvistuigen op de Nederlandse binnenwateren gelden sinds 1 mei 2008. Het gaat daarbij om vistuigen zoals visfuik, aalfuik, ankerkuil, aalkistje, aalhoekwant, aaldogger, zegen, aalzegen, aaskuil, staand net, gebbe, electrovisapparaat en kruisnet. Met deze vistuigen kan relatief veel vis gevangen worden. Vanwege het streven naar duurzaam visstandbeheer werden beperkingen aan het gebruik ervan nodig geacht.

In de 'Uitvoeringsregeling visserij' werd bepaald dat het gebruik van de betreffende vistuigen alleen is toegestaan aan vissers die hun inkomsten voor een substantieel deel uit de visserij op de binnenwateren en kustwateren halen. En dat betekent alleen aan vissers die beschikken over ten minste 250 hectare viswater, en die met die wateren bruto jaarinkomsten verwerven van minimaal 8500 euro. Dit moet de beroepsvisser eens per vier jaar met een accountantsverklaring aantonen bij het ministerie van Economische Zaken.

Degene die vist moet rechthebbende op het visrecht, huurder van het visrecht danwel  houder van een toestemming zijn. In deze regeling was het gebruik van beroepsvistuigen ook toegestaan aan mensen die vissen in dienst van de visrechthebbende of de toestemminghouder, mits deze een rechtspersoon is.

Knelpunten

De werking van deze regels is in 2012 en 2013 geëvalueerd aan de hand van ervaringen uit de praktijk. Hiertoe zijn interviews, enquêtes en een workshop georganiseerd. Deelnemers aan de evaluatie waren de Combinatie van Beroepsvissers (CvB), coöperaties (deeltijdvissers), Sportvisserij Nederland, het Productschap Vis, de Kamer voor de Binnenvisserij en het ministerie van Economische Zaken. Uit de evaluatie bleek dat enkele wijzigingen in de Uitvoeringsregeling wenselijk waren.

Als grootste knelpunt kwam naar voren dat op een aantal plaatsen verschillende 'hobbyvissers' hun visserijwerkzaamheden hadden samengebracht binnen een rechtspersoon in de vorm van een coöperatie. Zo konden ze voldoen aan de voorwaarden waaraan een beroepsvisser ('broodvisser') moet voldoen om beroepsvistuigen te gebruiken. Dit werd gezien als een bedreiging voor verantwoord visserijbeheer, vanwege het grote aantal personen dat op bepaalde wateren op intensieve manier kon blijven vissen.

Een ander belangrijk knelpunt bleek de hoge administratieve last voor beroepsvissers, die een accountantsverklaring moeten overleggen om aan te tonen dat ze voldoen aan de voorwaarden van een beroepsvisser.

Alleen echte visserijcoöperaties

De Combinatie van Beroepsvissers is blij met de aanpassing van de regeling, omdat op deze manier alleen echte visserijcoöperaties overblijven. De aanpassing biedt verder een nieuwe mogelijkheid om als CvB-leden gezamenlijk een accountantsverklaring in te dienen, wat een aanzienlijke verlichting van administratieve lasten is.

 

Download de officiële tekst: Regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij, januari 2015


Lees ook het nieuwsbericht na de evaluatie van de regeling: Staatssecretaris Dijksma pakt knelpunten regeling beroepsvistuigen aan (17-12-2013)



Berichten DUPAN

Bekijk NIEUWSBERICHTEN VIA DUPANNIEUWSBERICHTEN VIA DUPAN
over duurzaam herstel van de aalstand.

In de Stichting Duurzame Palingsector Nederland (DUPAN) werken palingvissers, viskwekers en palingverwerkers samen.