Afdrukweergave Mail deze link naar een bekende

27 september 2013

Gezonde visstand in het Benedenrivierengebied

De visstand in het Benedenrivierengebied vertoont geen zichtbare tekenen van overbevissing. Dat is de opvallende conclusie van de bemonstering van de visstand in dit gebied. Op 25 september presenteerde Tim Puts van onderzoeksbureau Witteveen+Bos de resultaten aan beroepsvisserij en sportvisserij.


In het najaar van 2012 is de visstand intensief bemonsterd in het Benedenrivierengebied. De verkregen lengtesamenstellingen van brasem, snoekbaars en blankvoorn duiden op gezonde populaties, die goed groeien. Er is veel aanwas van jonge vis, en de biomassa wordt voornamelijk bepaald door grote (maatse) vis. De conditie lijkt in orde. De visstand vertoont geen zichtbare tekenen van visserijdruk.

De bestandsopnames zijn gemaakt ten behoeve van een visplan voor het Benedenrivierengebied en het Haringvliet. Dit visplan zal worden gemaakt door de beroepsvisserij en de sportvisserij  in deze wateren (de visrechthebbenden). Zij werken samen aan een goed visserijbeheer. Een visstandbeheercommissie (VBC) voor het gebied is in oprichting.

Gezamenlijk beeld van de visstand

bemonstering door visserijbedrijf klop

Het VBC-gebied Benedenrivieren en Haringvliet bestrijkt een omvangrijk gebied met een diverse visstand. Een gezamenlijk beeld van de visstand ontbrak, en dat maakte het maken van gezamenlijke afspraken lastig. Om dit beeld te verkrijgen, hebben onderzoeksbureau Witteveen+Bos, milieuadviesbureau ATKB en de lokale beroepsvissers een visstandonderzoek uitgevoerd. Het gebied is daarbij intensief bevist met de kuil en met de zegen. Opdrachtgevers waren het Ministerie van Economische Zaken en de VBC in oprichting.

Tijdens de bemonsteringen bleek het water op een aantal plaatsen zeer helder, zoals het Haringvliet. De verwachting was dat zich weinig vis in deze heldere gebieden zou ophouden. Uit de bemonstering bleek dat dit inderdaad zo was.

Ook de zoute en brakke wateren (Nieuwe Waterweg, Hartelkanaal) bleken een lage visbiomassa te herbergen. De hoogste visbiomassa's werden aangetroffen in de troebele delen van het gebied, zoals het Hollands Diep.

Visbiomassa

Het totale visbestand in de zoete wateren van het gebied, onder de omstandigheden tijdens de bemonsteringen, werd geschat op ongeveer 60 kg/ha. Het bestand wordt gedomineerd door brasem (65% van de biomassa), snoekbaars en blankvoorn (beide ongeveer 10 % van de biomassa).

Een vergelijking met eerdere bemonsteringen laat zien dat de omvang van de visbiomassa sterk afhankelijk is van lokale omstandigheden in het gebied (helderheid, rivierafvoer). Daarom kan er niet gesproken worden van een constante, gebiedseigen visstand van het hele VBC-gebied. In dik water kan de visbiomassa vele malen hoger zijn dan onder heldere omstandigheden.
Bovendien zijn de grenzen van het VBC-gebied vrij passeerbaar voor vis, waardoor deze zich buiten het bereik van de bemonsteringen kan ophouden.

Lengteverdelingen

Het afsluitend advies van Witteveen+Bos is om de visstand in de komende jaren te blijven volgen door middel van de lengteverdelingen. Deze verdelingen lijken namelijk minder gevoelig voor de sterk variabele omstandigheden in het gebied dan de aanwezige visbiomassa's. Ze zijn daarnaast een goede indicator voor de gezondheidstoestand van de vis, en voor de visserijdruk op het visbestand.

De visrechthebbenden in het gebied kunnen verder aan de slag met de conclusies uit het onderzoek. Het gezamenlijk verkregen beeld van de visstand biedt een goede basis om op verder te bouwen. Het ministerie verplicht hen daar echter niet toe.

 

Bron: Witteveen+Bos

 

Verder lezen:
- Visstandbeheercommissies

- Handleiding Vissen met Verstand

 

 

Nieuws DUPAN

Bekijk NIEUWSBERICHTEN VIA DUPAN
over duurzaam herstel van de aalstand.

In de Stichting Duurzame Palingsector Nederland (DUPAN) werken palingvissers, viskwekers en palingverwerkers samen.


Schuttevaer

Schuttevaer - RSS
						Schuttevaer - RSS